Autisme en belangst: waarom bellen zo vervelend is

Oh nee, de telefoon gaat! Nerveus bekijk ik het nummer. Het staat niet in mijn adresboek. Aandringend blijft mijn mobiel rinkelen, alsof het smeekt te worden opgenomen. Het lijkt wel uren te duren. Eindelijk stopt het. Ik slaak een zucht van verlichting. Ik hoef niet meer op te nemen.

Maar wie was dat eigenlijk? En wat wil die persoon van mij? De tijdelijke opluchting wordt al snel verruild voor nervositeit en beklemming. Het afgaan van de telefoon voelt als een hand die mijn veilige ruimte binnenkomt, grijpend naar mijn keel. Waarom word ik niet met rust gelaten? Hoe is het mogelijk dat iemand zo mijn privéleven binnendringt en alles verstoort?

Ik besluit het telefoonnummer te googelen. Al snel kom ik de website tegen van een organisatie. Opeens valt het kwartje: die had ik vorige week nog geprobeerd te bereiken. Kennelijk hebben ze geprobeerd mij terug te bellen. Wat voel ik mij suf! Als ik had opgenomen, had ik ze gewoon aan de lijn gehad. Nu moet ik alsnog terugbellen. Waarom ben ik toch zo angstig als het om bellen gaat?

Waarom is bellen zo vervelend voor veel mensen met autisme?

Ik ken veel mensen met autisme die telefoneren echt vervelend vinden. Hoewel de één wel zelf durft te bellen en alleen onbekende nummers niet opneemt, zet de ander de telefoon het liefst helemaal uit. En toch zijn er ook mensen met autisme die bellen helemaal prima vinden.

Belangst lijkt bij autisme echter te overheersen. Zelf vind ik het bellen van bekenden geen probleem, maar het bellen naar organisaties of onbekenden vind ik vreselijk. Laat staan als ik door een onbekend nummer of anoniem gebeld word! Ik word dan overspoeld door weerzin en angst voor het onbekende.

De onvoorspelbaarheid

Eigenlijk is een telefoon een verschrikkelijk onvoorspelbaar apparaat. Het kan op ieder moment afgaan en daarmee je rust verstoren. Er zijn tijden geweest dat ik mijn mobiel vooral als een bedreiging zag.

Toen ik als zelfstandige werkte, konden (potentiële) klanten mij elk moment bellen. Ik werd zelfs in de avonduren gestoord. Nu zou je zeggen: dat is toch fijn? Zo kwamen er opdrachten binnen. Maar ik werd veel liever gemaild. Dan kon ik rustig lezen wat iemand had geschreven en alle tijd nemen om te antwoorden.

Als de telefoon gaat en het nummer onbekend is, kan het iedereen zijn: van een potentiële klant tot een fraudeur uit Verweggistan; van een organisatie die je eerder hebt geprobeerd te bellen tot een ex die je liever met de noorderzon ziet vertrekken. Bovendien is de persoon onzichtbaar. Je kunt niet controleren of hij wel is wie hij zegt te zijn.

Terwijl ik net nog rustig een tekst aan het schrijven was, word ik overvallen door onzekerheid. Als het mij überhaupt lukt om de naam van de ander te verstaan, overspoelt een warrige stroom van woorden mij als een waterval. Terwijl ik nog aan het herstellen ben van de schrik, moet ik in korte tijd inschatten wie ik aan de lijn heb en wat die persoon wil. Meestal is een hoop informatie dan al aan mij voorbijgegaan.

Vroeger durfde ik niet eens te vragen of de persoon iets wil herhalen, laat staan om opnieuw naar zijn of haar naam te vragen. Ik schaamde me verschrikkelijk. Tegenwoordig vraag ik er maar opnieuw naar. Dan zeg ik dat het mij allemaal iets te snel ging.

Inbreuk in je veilige omgeving

Het ergste van gebeld worden vind ik de inbreuk in mijn eigen omgeving. Mijn huis is mijn rustige plek, waar ik niet gestoord wil worden en mij veilig wil voelen. Gebeld worden voelt alsof iemand mijn woning binnendringt, ongevraagd en geregeld ongewenst.

Thuis zijn betekent voor mij tot rust komen en alleentijd hebben, tenzij ik ervoor kies mensen te zien of te spreken. Om dezelfde redenen vind ik het vervelend als er iemand aan de deur komt. Het liefst maak ik vooraf afspraken met mensen, om ze te zien of te bellen. Personen die dichtbij staan zij hierbij een uitzondering.

Het ontbreken van lichaamstaal

Iets wat bij telefoneren veel mensen met autisme onzeker maakt, is het ontbreken van lichaamstaal. Nu is dit misschien wat tegenstrijdig: aan de ene kant is het fijn dat visuele prikkels ontbreken en je ‘alleen maar’ hoeft te luisteren. Aan de andere kant ontbreekt een groot deel van de communicatie. Hoe kijkt iemand eigenlijk? Is die persoon serieus, blij of misschien wel geïrriteerd?

Voor mensen met autisme is communicatie vaak al lastig, laat staan als je allerlei informatie misloopt. Dat maakt erg onzeker.

Wanneer wel en niet praten

Het ontbreken van lichaamstaal zorgt er bovendien voor dat ik het moeilijk vind in te schatten wanneer ik aan het woord ben. Het gebeurt regelmatig dat ik tegelijkertijd met de ander praat, hem uiteindelijk maar onderbreek of door een vertraging op de lijn ‘mijn beurt’ misloop. Ik vind het in het echt al moeilijk, laat staan als ik aan de telefoon ben.

Het gaat te snel

Zoals eerder genoemd, word ik vaak overrompeld door een telefoontje. Hierdoor mis ik aan het begin van het gesprek veel informatie. En als ik dan enigszins hersteld ben van de schrik, is het gesprek al halverwege.

Het gaat allemaal zo verschrikkelijk snel. Waarschijnlijk wil de ander zo snel mogelijk het gesprek afronden. Er is gewoon minder tijd dan wanneer je in het echt afspreekt. Misschien belt iemand tussen afspraken door of heeft hij meerdere telefoontjes gepland. Er worden vragen op mij afgevuurd, waarbij ik het gevoel heb dat ik ze direct moet beantwoorden. Ik ben totaal niet voorbereid op het onderwerp en heb niet over mogelijke antwoorden kunnen nadenken. Ik krijg informatie waarvan ik de context niet direct kan plaatsen. Soms ben ik het hele gesprek aan het uitvogelen waar het eigenlijk over gaat. Als ik dan heb opgehangen, moet ik alles in mijn hoofd ordenen en plaatsen. En aantekeningen maken.

Moeilijk kunnen verstaan

Een van de lastigste dingen aan de telefoon vind ik het verstaan van mijn gesprekspartner. En hoewel de gesprekskwaliteit van mobiele telefoons door de jaren is toegenomen, merk ik dat ik de ander niet zo goed kan verstaan als in het echt. Soms valt er een woord weg, hoor ik kleine storingen, is er ruis of zijn er achtergrondgeluiden. Vooral als iemand vanuit de auto belt, vind ik het verschrikkelijk lastig te verstaan.

Door mijn autisme komen alle geluiden even hard binnen. Hierdoor kan ik belangrijke geluiden moeilijk scheiden van omgevingsgeluiden. Ik mis geregeld woorden of zinsdelen. Ik moet vaak opnieuw vragen wat de ander heeft gezegd, tot het gênante aan toe. Ik heb mij zelfs wel eens afgevraagd of ik gehoorproblemen heb. Maar ik kan zeggen dat ik normaal gesproken een heel scherp gehoor heb.

Als ik instanties bel, komt het vaak voor dat het geluid van mijn gesprekspartner erg zacht is. Ik heb het idee dat ze dan een headset dragen en het microfoontje te ver van hun mond staat. Misschien dat iemand zonder autisme het nog prima verstaat. Zelf moet ik mijn telefoon – die al op de speaker staat – dan tegen mijn oor aan houden. Vaak is het dan alsnog bijna onverstaanbaar. Tegenwoordig vraag ik maar of ze wat harder willen praten.

Ik vind het nog moeilijker om de ander te verstaan als er accenten of dialecten in het spel zijn. Nu heb ik niets tegen dialecten of anderstaligen, maar bij een instantie die ik maar niet bij naam zal noemen word ik geregeld door iemand te woord gestaan die de Nederlandse taal amper onder de knie heeft. Ik begin mij toch af te vragen of de telefoondienst wellicht iets te hoog gegrepen is.

Het moeilijk kunnen verstaan van de ander zorgt ervoor dat ik mij het gehele gesprek tot het uiterste moet inspannen. Het resultaat is dat ik naderhand verschrikkelijk vermoeid ben.

Antwoordapparaten en voicemail

Niet alleen gebeld worden, maar ook zelf bellen komt met de nodige uitdagingen. Als het dan eindelijk gelukt is de moed te verzamelen om een telefoongesprek te beginnen, krijg ik die verdomde voicemail of antwoordapparaat aan de lijn .

Terwijl ik in mijn hoofd meerdere keren mijn verhaal geoefend heb en klaar ben om mijn verhaal op te dreunen, verzuipt mijn plan in de sloot. Opeens heb ik een apparaat aan de lijn in plaats van een persoon. Plotseling moet mijn verhaal worden samengevat tot een paar zinnen. Of kan ik beter alleen zeggen wie ik ben en vragen om teruggebeld worden? Of kan ik beter meteen ophangen en het later opnieuw proberen? Heeft de ander mijn nummer eigenlijk wel? En belt hij dan ook daadwerkelijk terug? Het is allemaal onzekerheid. Bovendien hoopte ik er na dit gesprek vanaf te zijn. Nu moet ik alsnog lijdzaam afwachten op een telefoontje of opnieuw moed verzamelen om te bellen. Laatstgenoemde kan weer weken in beslagnemen.

Het overkomt mij trouwens geregeld dat iemand de voicemail begint met ‘Hallo, met huppeldepup!’ en ik al begin te praten. Opeens hoor ik ‘dit is de voicemail van…‘. Zucht. Het voelt alsof ik er ingetuind ben. Heel fijn.

Belmenu’s

Een tweede belemmering van bellen zijn de welbekende belmenu’s. Na dagen of zelfs weken moed verzameld te hebben, word ik opgeschrikt door een computerstem die een ellenlange lijst belopties opdreunt. Wederom word ik van mijn stuk gebracht door het onverwachte.

In plaats van mijn vooraf geoefende verhaal te doen, moet ik luisteren. De eerste optie is meestal al aan mij voorbijgegaan. Wat als ik die had moeten kiezen? In de tussentijd klungel ik met mijn telefoon om het scherm met keuzetoetsen tevoorschijn te toveren. Ook in die tijd mis ik meestal een menu-optie. Als ik dan eindelijk de juiste optie heb weten te kiezen, komt er tot mijn grote ontzetting een vervolgmenu. Kennelijk is het in 2022 een hele opgaaf om een levend wezen aan de lijn te krijgen.

Zodra ik mij door de talloze menu’s heb heen gewurmd, komt het volgende obstakel: de wachtrij.

In de wacht staan

In het verleden zat ik vaak met bonkend hart en zweterige handjes aan de telefoon geklemd. Het zweet brak mij meer uit naargelang de wachtrij uitdunde. Je kunt je voorstellen hoe ik erbij zat zodra de zin ‘er is nog één wachtende voor u’ werd afgedraaid.

Nog steeds vind ik de wachtrij een ellende. Niet alleen zit ik soms tot een half uur tot drie kwartier in spanning; in deze verloren tijd weet ik gewoonweg niet wat ik kan doen. Ik moet zeggen dat de speaker op mijn mobiel het wachten iets heeft verzacht. Het scheelt een hoop dat ik de telefoon niet continu tegen mijn oor hoef te houden. Soms zit ik maar wat op mijn tablet. Maar ik moet continu op alert staan. Stel je voor dat ik opeens aan de beurt ben en snel moet antwoorden. Tussendoor iets eten kan niet. Ik kan namelijk niet goed eten en praten tegelijk.

Verschrikkelijk storend vind ik het uitbundige scala aan muziekjes dat je wordt opgedrongen. Kennelijk heeft iemand ooit bedacht dat het plezierig moet zijn om tijdens het wachten naar een of ander niemendalletje te luisteren. Vaak zet ik de telefoon dan maar zacht, met het risico dat ik het opneemmoment misloop, de ander ophangt en ik de gehele slijtageslag van bellen, belmenu’s en wachtrij opnieuw moet doorstaan.

Het gesprek voorbereiden

Voordat ik een telefoongesprek aanga, is het voorbereidingsmoment. Let op: dit komt na de mentale voorbereiding van weken tot maanden. In het voorbereidingsmoment noteer ik alle hoofdpunten en vragen die ik wil afwerken. Het zal je toch gebeuren dat je eindelijk iemand aan de lijn hebt en later opnieuw moet bellen omdat je iets vergeten bent.

Het nare van telefoneren is dat ik vaak minder grip heb op het verloop van het gesprek. Het kan zomaar voorkomen dat ik bij punt twee op mijn lijstje ben aangekomen en mijn gesprekspartner naar punt 5 springt. Ho even, dat was niet de bedoeling!

Je kunt je nog zo goed voorbereiden: het gesprek loopt altijd anders dan gepland. Zo kende ik iemand die een telefoongesprek vooraf helemaal uitschreef, met mogelijke antwoorden van de tegenpartij van dien. Het zal je niet verbazen dat er al snel van het zorgvuldig samengestelde script werd afgeweken.

Tips om het telefoonleed te verzachten

Het is duidelijk dat bellen en gebeld worden niet voor iedereen een plezierige bezigheid is, laat staan als je autisme hebt. Maar wat kun je doen om het leed te verzachten?

  1. Bereid het telefoongesprek goed voor. Aangezien het gesprek anders kan lopen dan gepland, werken steekwoorden het beste. Je kunt de steekwoorden die aan bod zijn geweest tijdens het gesprek afvinken. Zorg dat je alle steekwoorden aan het einde van het gesprek hebt afgewerkt.
  2. Maak een belafspraak. Indien mogelijk kun je een belafspraak maken. Als je iemand per mail of app spreekt en telefoneren noodzakelijk is, kun je het gesprek inplannen. Zo kun je je er helemaal op voorbereiden.
  3. Stel vragen. Ik weet dat dit lastig is, maar probeer zo veel mogelijk vragen te stellen. Het is belangrijk dat je na het gesprek precies weet waarvoor er werd gebeld. Vraag gerust of de informatie herhaald kan worden en wat de naam van de ander ook alweer is. Ik vraag ook wel eens of de ander wat minder snel of juist harder wil praten.
  4. Laten de telefoon gerust rinkelen. Een telefoonnummer kun je googelen om de beller te achterhalen en als de voicemail wordt ingesproken weet je in elk geval waar het over gaat voordat je terugbelt. Verder hoeft niemand je rust te verstoren. Het is jouw leven.
  5. Geef indien mogelijk aan dat je liever per mail of app benaderd wordt. Het is intussen bij meerdere instanties bekend dat ik liever niet bel. Vaak word ik eerst gemaild of geappt en wordt er indien nodig een belafspraak ingepland.
  6. Zet je telefoon op stil als je echt niet gestoord wilt worden. Laat je niet beïnvloeden door het idee dat je altijd bereikbaar moet zijn. Een uurtje onbereikbaar zijn is echt niet erg. Je kunt anderen desnoods later terugbellen.
  7. Bel op rustige momenten naar instanties. Mocht je kunnen ontdekken wanneer de wachtrijen korter zijn, bel dan op die momenten.
  8. Kies instanties zonder belmenu. Dit is niet altijd haalbaar, maar toch is het mij gelukt om een aantal zorginstellingen te kiezen zonder belmenu. Het feit dat ik direct een persoon aan de lijn krijg, doet mijn angst met de helft dalen.
  9. Probeer toch af en toe te bellen. Je angst vermijden lijdt alleen maar tot meer angst. En daarna mag je trots op jezelf zijn!

Wat helpt jou om over je telefoonangst heen te komen? En merk je dat je autisme het extra moeilijk maakt om te telefoneren?

Bekijk ook de video Autisme en Angst: waarom komen angstklachten vaak voor bij autisme?

Comments

  1. Hans van der Lijcke says:

    Hallo Mariska,

    Fijn dat je de comments weer open hebt gezet.
    Ik wilde namelijk wel even op deze reageren. Het is een onderwerp waar ik wel even bij stil heb gestaan in mijn zoektocht naar wat autisme nu precies is (voor mezelf).

    Toen ik eenmaal zeker wist dat ik autisme heb (officieel pas na mijn vijftigste), ben ik dingen gaan zoeken naar informatie over autisme. Ik had al gelezen in het boek “De Kracht van Autisme” van Vera Helleman, dat we best wel goede autodidactische vaardigheden hebben (wel een beetje afhankelijk van je intelligentie).

    Zo had ik nog niet ontdekt dat belangst een link heeft met autisme. Maar toen ik een nieuwe collega vertelde over waarom ik niet graag bel, begon er wel een belletje te rinkelen (gelukkig niet die van mijn telefoon, 🤣)
    Ik heb toen gezocht op bellen en autisme en kwam op de site van Elise Cordaro terecht (die van het Boek “Anders gaat ook”).

    Die link heb ik naar die collega gestuurd (zij geeft Nederlands, ik wiskunde) en haar was een bepaald woord opgevallen (invasief of intrusief, weet even niet meer precies welke, maar het gevoel is voor ons eigenlijk hetzelfde).
    Dat is wat bellen eigenlijk bij ons doet. Het dringt onze veilige bubbel binnen en we moeten opeens vanalles doen wat we eigenlijk niet willen doen of in ieder geval niet in het tempo van de ander en dan ook nog eens zonder de non-verbale communicatie.
    Iemand opbellen probeer ik echt zo weinig als mogelijk te doen.
    Het excuus dat ik meer een mailer ben dan een beller wordt vaak wel gepikt door mensen die me wat beter kennen.

    Helaas zijn er ook situaties dat je er bijna niet onderuit kan komen. Vooral heel vervelend bij instanties waar je van afhankelijk bent.
    Dus goed dat je zo’n mooi rijtje met tips hebt gegeven. De meeste kan ik alleen maar onderschrijven, dat ze werken.
    Maar vooral de laatste (nummer 9) kan ik alleen maar aanmoedigen om dat te doen.

    Mij heeft het zeker geholpen in mijn opvoeding dat ik door mijn uitbundige, geduldige en vriendelijke vader steeds uitgedaagd werd om de boze buitenwereld niet te mijden. Maar gelukkig had ik ook de rust, ruimte en veiligheid van mijn lieve moeder om te ont prikkelen.

    Tot een volgende reactie.
    Groet, Hans

    • Hans van der Lijcke says:

      Nog een aanvulling op bellen.

      Zaterdag ga ik naar Autminds, maar omdat de reis vanuit Middelburg naar Amsterdam wel erg intensief is, heb ik een overnachting geboekt in een Hotel in de buurt.
      Ik kon daar online inchecken. Dat heb ik gedaan (fijnste optie), maar via de mail kreeg ik als inchecktijd 00:00 uur te zien, terwijl ik toch 20:00 had gekozen. En ik had ook nog een andere vraag wat ik niet kon vinden op de website, dus maar de stoute schoenen aangetrokken en toch gebeld (was eigenlijk de enige optie voor direct contact).

      Als eerste kreeg ik zo’n geweldig belmenu waar je ook zo ‘leuk’ over verteld in je eerste video van de woningruil. Bij keuze 2 kreeg ik alleen maar een verhaal over hoe je in kon checken (wat ik al gelezen had op de website). Maar een vervolg dat ik iemand wilde spreken kwam daar niet. Dus maar weer terug naar het begin en toen heb ik keuze 5 (overig) maar geprobeerd en toen kreeg ik, gelukkig een hele vriendelijke, dame aan de lijn.

      De inchecktijd bleek toch goed in het systeem te staan en mijn extra vraag werd ook vriendelijk beantwoord. Dus de tips over goede voorbereiding van een gesprek (ik had bijvoorbeeld de online incheckgegevens voor me neus op mijn laptop, dan kon ik zo de datum aflezen en het reserveringsnummer). die tips werken echt wel.
      Het was eigenlijk best wel een prettig gesprek zodat ik nog genoeg energie overhad om haar een verder fijne werktijd toe te wensen. “Dankuwel en u ook een fijne dag verder en tot vrijdag” kreeg ik terug via een vriendelijke vrolijke stem.

      Voorbeeldje dat je tips echt werken. Voor mij in ieder geval dan.

      Groet,
      Hans

      • Hoi Hans,

        Wat ontzettend fijn dat je iets aan mijn tips hebt gehad! En ook dat de belervaring redelijk prettig is verlopen. Even los van het belmenu, natuurlijk. Die blijven vervelend.

    • Hoi Hans,

      Dank je voor het delen van je ervaring. Wat fijn dat je zoveel steun/aanmoediging hebt gehad van je ouders. Soms kan het ook wel helpen om het juist wel even te doen, juist omdat je er soms niet onderuitkomt om te bellen, zoals je al aangeeft.

      Wat ik fijn vind, is dat er steeds meer autismegerichte instanties zijn die mij vragen hoe ik het liefst benaderd wil worden. Dan kies ik vaak voor mail of app.

      • Hans van der Lijcke says:

        Hallo Mariska,

        Het is zeker fijn dat je de mogelijkheid krijgt om te kiezen hoe je antwoord krijgt. Voor autisme gerichte instanties lijkt me dat niet meer dan logisch. Maar gelukkig komt het in het algemeen steeds vaker voor.

        Er zijn al banken die bewust kiezen om lokale kantoren open te houden om langs te kunnen komen.
        Voor bijvoorbeeld het afsluiten van een hypotheek of verzekering is het zoveel fijner met al die moeilijke termen, om ook iets met de non verbale communicatie te doen. Misschien omdat ik een beelddenker ben. Op dat soort momenten spreekt mijn gezicht boekdelen. 🤪

        Groet,
        Hans

Speak Your Mind

*