
Het is bekend dat overprikkeling een van de kenmerken is van een autismespectrumstoornis. Prikkels zoals geluiden, licht, geuren, smaken en aanrakingen komen bij autisme intenser binnen dan bij andere mensen. Vooral auditieve overprikkeling komt veel voor, wat zich uit in geluidsoverlast en een algehele gevoeligheid voor geluiden. Minder belicht is visuele overprikkeling. Wat is visuele overprikkeling en hoe kun je visuele prikkels in huis verminderen?
Als kind had ik een wastafel op mijn kamer met daarboven een kantelbare spiegel. Ik weet nog dat ik een vriendinnetje op bezoek had en we op bed zaten te kletsen. Opeens stond ik op. Ik liep naar de spiegel en draaide deze recht. Hier was slechts één à twee millimeter voor nodig. Zonder iets te zeggen ging ik weer op bed zitten. Mijn vriendinnetje moest lachen. Had ik zojuist serieus de spiegel zo’n klein stukje gedraaid? Ik moest ook lachen. Het was mij opgevallen dat de spiegel niet helemaal recht was gedraaid. De hele tijd had dit mijn aandacht getrokken. Eindelijk had ik rust, nu ik wist dat spiegel recht hing.
Wat is visuele overprikkeling?
Bij visuele overprikkeling komt alles wat je ziet tegelijkertijd binnen. Spullen op tafel, fel zonlicht, de beweging van mensen of dieren, kleuren op de muur en stofdeeltjes op de vensterbank vallen allemaal tegelijk op. Mensen met autisme hebben geen filter in de hersenen, waardoor prikkels allemaal tegelijk binnenkomen. Dat geldt dus ook voor visuele prikkels. Terwijl anderen alleen zien wat op dat moment belangrijk is, worden mensen met een autismespectrumstoornis overspoeld door wat ze zien.
Niet voor niets wordt vaak gezegd dat zij goed details kunnen waarnemen. Er gaat namelijk weinig aan hen voorbij. Het was dus ook niet gek dat het mij opviel dat de spiegel scheef hing en ik dat niet kon negeren.
De keerzijde hiervan is visuele overprikkeling. Het overspoeld worden kan zorgen voor allerlei klachten, zoals hoofdpijn/migraine, vermoeidheid, onrust, stress, hyperventilatie en zelfs paniekaanvallen. Verlichting, kleurgebruik, decoratie en rommel kunnen hier allemaal invloed op hebben. Een bezoek aan openbare ruimtes kan iemand met autisme dan ook flink uitputten.
Visuele overprikkeling voorkomen in je woning
Fijn wonen kan voor mensen met autisme een ware uitdaging zijn. Het woongenot wordt al snel verziekt door gevoeligheid voor geluiden of door drukke buren. Ik hoor geregeld dat mensen met autisme een zwervend bestaan leiden door van woning naar woning te gaan, op zoek naar een rustige plek. Geluidsoverlast is één ding, maar hoe voorkom je visuele overprikkeling? Gelukkig kun je in je eigen huis een hoop aanpassen om prikkels te verminderen.
1. Opruimen
Een opgeruimd huis zorgt voor een opgeruimd hoofd. Rondslingerende spullen trekken allemaal de aandacht: schoenen in de woonkamer, een tas op de bank, lege kopjes en schaaltjes en propjes papier zijn veelvoorkomende prikkelaars. Ze roepen allemaal om aandacht. Misschien schreeuwen ze zelfs ‘ruim mij op!’.
Ik kan heel slecht tegen rommel. Ik word er onrustig van en mijn huis is dan ook zelden rommelig. Laatst stelde iemand zelfs vast dat ik geen enkele rommelige plek heb in huis, zelfs geen rommella of rommelzolder. Ik maak er dan ook een gewoonte van om spullen na gebruik direct op te ruimen. Alle spullen hebben bij mij een vaste plek. Het grote voordeel hiervan is dat ik zelden iets kwijt ben.
2. Ontspullen
Het tweede wat mij helpt om visuele overprikkeling te voorkomen is ontspullen. Toen ik dit huis betrok, schrok ik van de hoeveelheid dozen die ik moest uitpakken. Het duizelde mij gewoon hoeveel ik bezat. Het was dan ook een zware verhuizing. Ik zwoor nooit meer zoveel spullen te hebben. Het ontspullen was begonnen.
Bij ontspullen ga je door je huis om te kijken welke spullen je niet meer nodig hebt. Misschien vind je een kapotte trui, een ouderwetse radio of een slaapzak die je nooit gebruikt. Of je hebt cadeaus jarenlang bewaard, terwijl je ze niet leuk vindt. Dit zijn allemaal redenen om ze weg te doen. Kapotte spullen kunnen bij het afval en goede spullen kunnen worden verkocht, weggegeven of naar de kringloop gebracht.
Ik ben een enorme fan van ontspullen. Na een ontspulronde voel ik mij een stuk rustiger. Het wegdoen van spullen voelt als het opruimen van mijn hoofd. Legere kamers en kastjes strelen mijn ogen en hoofd. Minder spullen betekent minder afleiding en daardoor minder visuele prikkels.
Ik heb veel gehad aan het boek Opgeruimd van Marie Kondo. De Marie Kondo-methode is leuk, speels en effectief. Mij inspireerde het boek zo dat ik vrijwel meteen aan de slag ging.
3. Schoonmaken
Ook vuil kan enorm de aandacht trekken. Een stoffige vensterbank, spetters op de badkamertegels en een smerige vaat trekken allemaal de aandacht. Bij mij thuis liggen er geregeld stukjes hooi, haren en zelfs konijnenkeutels op de vloer. Dat heb je nu eenmaal met huisdieren.
Ik merk dat vuil mij enorm afleidt en onrust veroorzaakt. Niet alleen levert het visuele prikkels op; ik word er continu eraan herinnerd dat ik moet schoonmaken. Zodra mijn huis schoon is, voel ik de rust terugkeren. Alles klopt dan weer. Alles is dan onder controle.
Het lastige voor mij en waarschijnlijk veel anderen met autisme, is dat schoonmaken veel energie kost. Ik ben soms echt te uitgeput om nog schoon te maken. Wat mij erg heeft geholpen is de aanschaf van een Dyson stofzuiger. Deze stofzuiger hangt als een kruimeldief aan de muur en kun je dus heel makkelijk pakken en opbergen. Gek genoeg was voor mij de drempel om een stofzuiger met snoer te pakken vaak te groot. Nu lukt het mij vaak wel om te stofzuigen en het is nog een stuk leuker geworden ook.
4. Verlichting en zonlicht
Als iets visuele overprikkeling kan veroorzaken, dan is het wel slechte verlichting. Te fel en direct licht kan zelfs hoofdpijn, misselijkheid of een migraineaanval veroorzaken. Om maar niet te spreken van oude tl-buizen die flikkeren. Daar word ik letterlijk ziek van.
Gelukkig kun je verlichting in je eigen huis aanpassen. Sommige mensen met autisme houden het liefst van een centrale lichtbron die alles verlicht. Anderen geven de voorkeur aan meerdere gedimde sfeerlampen. Het kan van de ruimte afhangen waar je voorkeur naar uitgaat. Belangrijk is dat jij je er prettig en rustig bij voelt. Spotjes die direct in je ogen schijnen kunnen al snel overprikkeling veroorzaken. Het kan helpen om voor diffuus licht te kiezen, waarbij het licht meer wordt verspreid.
Ook zonlicht kan visuele overprikkeling veroorzaken en verblinden. Ik hoor geregeld dat mensen met autisme niet tegen direct zonlicht kunnen. Goede zonwering is dan ook belangrijk. Je hoeft het licht natuurlijk niet compleet buiten te sluiten; er is genoeg zonwering te vinden die fel licht afzwakt en diffuus licht doorlaat.
5. Kleurgebruik
Kleurgebruik in je inrichting kan veel invloed hebben op je welzijn. Niet voor niets bestaat er een hele kleurleer over de invloed van kleuren op je emoties. Zo zou geel inspirerend werken, paars een spirituele kleur zijn en blauw kalmerend zijn. Sowieso trekken felle kleuren graag de aandacht.
Los van wat je mooie kleuren vindt, is het goed om rekening te houden met potentiële visuele prikkels. Veel felle kleuren door elkaar geven meer onrust dan een basistint en een accentkleur. Per ruimte kun je bekijken welke sfeer je wilt oproepen. Een slaapkamer is bedoeld voor rust, waardoor blauwtinten goed werken. In een kantoorruimte kan geel juist goed uitpakken, omdat het een actieve, inspirerende kleur is. Hou je erg van de natuur? Dan zijn groentinten en planten een aanrader.
Zelf heb ik in bijna elke ruimte een kleur op één muur. Hierop pas ik de accessoires aan. Ik werk ook steeds vaker met natuurlijke materialen, zoals hout, rotan en bamboe.
6. Decoratie
Als tiener ontdekte ik hoe leuk het was om mijn kamer in te richten. Plotseling kwam ik met allerlei prullaria thuis. Enthousiast als ik was, zette ik alles op de vensterbank, mijn bureau en op wandblanken. Al snel krioelde het van de beeldjes, potjes, knuffels en andere spulletjes. Vriendinnen die langs kwamen wisten gewoon niet waar ze moesten kijken.
Een overvloed aan decoratie kan enorm veel onrust veroorzaken. Wederom trekken al die voorwerpen de aandacht. Tegenwoordig kies ik er dan ook voor om te selecteren wat ik aan de muur hang en ter decoratie neerzet. Ik merk dat enkele topstukken fijner wegkijken en bovendien de aandacht krijgen die ze verdienen. Ik kan echt genieten van de rust die een paar voorwerpen op een plank uitstralen. Uiteraard moeten ze netjes naast elkaar en recht staan.
7. Ordenen
Visuele prikkels kunnen ook verminderd worden door voorwerpen te ordenen. Door gelijkwaardige spullen bij elkaar te zetten creëer je rust en overzicht. Ordenen kan op allerlei manieren, bijvoorbeeld op categorie, grootte of kleur.
Boeken kunnen veel onrust veroorzaken vanwege de verschillende kaften. Sommige mensen delen hun boekenkast dan ook in op kleur. Maar het helpt ook om alle ruggen met de voorkant van de boekenkast uit te lijnen.
Zichtbare voorraadpotjes hebben bij mij bijna allemaal dezelfde kleur en formaat. Ze staan netjes en recht op een plank. Zodra ze scheef staan, krijg ik kortsluiting in mijn hoofd. Verder staan pennen in een pennenbak, heb ik in de badkamer een mandje voor medicatie, tandenstokers en dergelijke en in de gang een schaaltje voor sleutels, muntjes en kortingskaarten. Ook hierbij hebben alle voorwerpen hun eigen vaste plek.
8. Speciale ruimtes creëren
Natuurlijk valt het niet mee om altijd op te ruimen en te ordenen. Sommige hobby’s of bezigheden zorgen nu eenmaal voor veel rondslingerende voorwerpen. Als je aan een hobbyproject werkt of aan het klussen bent, kan het storend zijn om de spullen dagelijks op te ruimen. Misschien wil je de volgende dag direct door kunnen gaan waarmee je bezig was.
Het kan dan helpen om een speciale ruimte hiervoor te creëren. Je kunt een klusruimte of klushoek in de schuur maken en een hobbykamer voor je hobby’s. Een project kan op een bureau blijven liggen, zodat je later direct door kunt gaan. Het voordeel van een aparte ruimte is dat je na gebruik gewoon de deur achter je sluit.
9. Minimalisme
Ik ben steeds meer bezig met minimalisme. Minimalisme betekent in mijn ogen niet dat je bijna geen spullen meer hebt. Voor mij betekent het dat ik alleen die spullen heb die ik daadwerkelijk gebruik en van houd.
In de loop der jaren heb ik dan ook veel dingen ontspuld. De ruimtes die ik heb zijn daardoor leger, maar netter en overzichtelijker. Niet alleen zijn hierdoor visuele prikkels afgenomen; het feit dat mijn kasten netjes en geordend zijn zorgt voor veel rust in mijn hoofd. Hoe meer spullen ik heb, hoe meer het voelt alsof ze met hun gewicht op mij drukken. Ik geef de voorkeur aan een eenvoudiger leven met slechts de dingen die ik nodig heb en waardeer.
Wat is jouw ervaring?
Uiteraard is het voor iedereen anders welke visuele prikkels storend zijn. Wat voor de één visuele overprikkeling veroorzaakt, kan een ander juist blij maken. Ik ben dan ook benieuwd wat bij jullie visuele overprikkeling veroorzaakt en hoe jullie daarmee omgaan. Reageren kan onder dit artikel.
Bekijk ook de video Spullen die ik niet bezit als minimalist